3 tips om de meest gemaakte fouten bij het wijken op te lossen

Laten we het wijken even stap voor stap bekijken.

Wijken behoort officieel niet eens tot de zijgangen, al wordt het vaak wel zo benoemd. Het is een voor-zijwaartse beweging die de gehoorzaamheid voor de kuit vergroot. De binnenbenen van je paard scharen (kruisen) over de buitenbenen heen. Je paard heeft stelling in de tegenovergestelde richting dat hij loopt. Je paard heeft tijdens het wijken geen lengtebuiging. Hij is dus recht in zijn lijf, en heeft alleen stelling in de nek, vlak achter de kaak.

De hulpen voor het wijken zijn in principe heel simpel, alleen wordt de uitvoering soms moeilijk gemaakt als je paard voor je gevoel niet meewerkt, en niet voldoende zijwaarts gaat.

• Gewichtshulpen: Je zit op beide zitbeenknobbels, je bent recht in je lijf.
• Beenhulpen: Je ‘binnenbeen’, het been waarvoor je wijkt (linkerbeen als je naar rechts wijkt) leg je een handbreedte achter de singel. Daarmee drijf je voorwaarts-zijwaarts.
• Teugelhulpen: Met je binnenhand vraag je heel licht stelling, door de teugel van de hals af te halen en met je binnenbeen richting buitenteugel te drijven. Je buitenteugel komt daardoor iets meer op druk, je paard zal nageven hierop. Nageven is het loslaten in nek en kaakgewricht en voelt als een soepele verbinding in je hand.

Heb je het gevoel dat je paard over de buitenschouder wegloopt, dan zal je ook impulsverlies hebben over die buitenschouder. Je paard is niet meer recht in zijn lijf, kan niet voldoende scharen en neemt de achterhand onvoldoende mee. Er is te veel stelling in de voorhand, bij de hals.Hoe harder jij gaat duwen, hoe meer je paard over de buitenschouder wegvalt. Je paard is hier niet voldoende ‘aan de hulpen’. Hij gaat onvoldoende voorwaarts-zijwaarts voor je binnenkuit, en onttrekt zich aan de begrenzende buitenteugel.

Een ander probleem is dat je paard niet parallel blijft aan de hoefslag. Dan komt de voorhand van je paard wel mee opzij, maar zijn achterhand niet, die komt er als het ware achteraan. Ook hierbij geldt dat je paard onvoldoende aan de hulpen staat waardoor jij zal gaan wringen om het toch voor elkaar te krijgen.

Het derde probleem waar veel ruiter tegenaan lopen is dat je paard onvoldoende zijwaarts loopt bij het wijken, hij gaat niet om voor je been, en loopt rechtuit in plaats van voorwaarts-zijwaarts.

Om zelf goed het wijken onder de knie te krijgen adviseer ik altijd om het te leren op een paard wat het al kan. Zo kun je er handig in worden en er gevoel voor krijgen. Heb je geen leerpaard bij de hand? Dan kunnen de volgende tips je enorm helpen bij het leren wijken!

De eerste moeilijkheid is vaak het doorzitten in combinatie met het wijken. Bij het aanleren van het wijken, begin dan met lichtrijden. Wat ontzettend belangrijk is, is dat je je voorwaarts-zijwaarts drijvende hulp geeft op het moment dat het binnenachterbeen van je paard is opgetild. Pas dan kan hij zijn been verplaatsen in de richting die jij wilt, niet met een been wat op de grond staat.

Om dit te leren is het belangrijk dat je tijdens het wijken op het andere been gaat lichtrijden, dus op het ‘verkeerde’ been. Normaal ga je staan als het binnenachterbeen van de grond is, nu ga je zitten wanneer het binnenachterbeen van de grond is. Je geeft je hulp namelijk op het moment (bij lichtrijden) dat je zit, niet bij het sta-moment. Wanneer je op het andere been gaat lichtrijden, zit je op het moment dat het binnenachterbeen van de grond is, en pas dan kun je dát been voorwaarts-zijwaarts vragen.Nooit blijven ‘plakken’ met je been, altijd in het ritme van de draf je kuit aanduwen en loslaten.

De tweede tip is het recht houden van je paard. Doordat je met je binnenbeen een voorwaarts-zijwaartse beweging vraagt, zal je paard zelf al voldoende stelling aannemen aan die kant. Extra stelling vragen met je binnenhand zorgt er eigenlijk alleen maar voor dat je paard zich overbuigt. Het overbuigen zorgt voor takt en impulsverlies, ook krijg je aanleuningsproblemen en is je paard niet voldoende rechtgericht dan. Buitenteugel aannemen om je paard recht te maken. Denk zelf vooral rechtdoor, en leg alleen je binnenkuit iets aan om je paard wat om te zetten. Ga niet wringen.

De derde tip is een check. Hoe harder je gaat duwen met je linkerbeen, hoe meer de gaat wringen waardoor je met je rechter (boven)been vaak gaat tegenduwen om in balans te blijven zitten. Zodra je met je buitenbeen gaat klemmen, zorgt dat ervoor dat je paard niet meer opzij kán, en dus niet voldoende wijkt voor je kuit. Houdt dus aan de buitenzijde goed in de gaten dat je je been laat afhangen en je knie ontspannen tegen het zadel aan ligt.

Kortom, om het wijken te leren aan je paard let je erop dat je niet gaat wringen, je buitenbeen makkelijk langs je paard laat afhangen en je op het andere been gaat lichtrijden om op het juiste moment je hulp te geven.