Dé tip om de juiste teugelvoering te hebben tijdens het paardrijden!

Hoe strak of hoe los is jouw teugelvoering tijdens het paardrijden? De juiste teugelvoering bepalen is soms best lastig. Naast je handhouding en de lengte van je teugels is het ook belangrijk dat je de teugels op de goede manier vast hebt met je juiste spanning erop. Dat is teugelvoering.

Er zijn een aantal verschillende soorten teugelvoering. Ik geef je twee voorbeelden die het meest fout gedaan worden.

De ruiter die zijn teugelvoering te los heeft. Deze ruiter denkt dat hij zeer keurig aan het rijden is, hij heeft tenslotte geen druk op de teugel. Deze ruiter rijdt met een slap, open handje. Als het paard zijn neus naar voren steekt, wordt de teugel vaak door de hand getrokken en langer gemaakt door het paard.

Hierdoor ontstaat er een vrij onrustige teugelvoering. Elke keer dat de teugel een beetje langer wordt getrokken door het paard, moet de ruiter de teugel weer oppakken. Een onrustige teugelvoering is dus het eerste nadeel.

Daarnaast zorgt het ervoor dat de teugelhulpen die de ruiter geeft niet fijn kunnen doorkomen. Door de losse teugelvoering moet de hulp vrij groot gegeven worden, wil het paard er iets van mee kunnen krijgen. Een halve ophouding bijvoorbeeld, voelt een paard helemaal niet als de teugel los in de hand van de ruiter ligt.

Dan de ruiter die zijn teugelvoering te strak heeft. Deze ruiter weet vaak wel dat hij erg veel gewicht in zijn hand draagt, alleen krijgt het paard de schuld. Volgens deze ruiter hangt het paard in zijn hand, en trekt het paard dus zelf zo hard. Hangen in de hand van de ruiter is altijd een gevolg van het ontbreken van, het verkeerd geven van, of het niet reageren op voorwaarts drijvende hulpen. Je zegt dan dat je paard niet ‘aan het been is’.

Bij een te strakke teugelvoering kan de ruiter geen verfijnde hulpen meer geven. Door de enorme druk op de hand van de ruiter en de mond van het paard kunnen kleine goede teugelhulpen simpelweg niet gegeven worden én niet doorkomen bij het paard.
Overigens kun je met zowel een losse- als een strakke teugelvoering rijden met een lange teugel of een korte teugel. Dit heeft niets te maken met de teugelvoering. Het is wel van grote invloed op je houding en zit.

Wanneer ben je dan met je hand weerstand aan het bieden, en wanneer wordt het trekken?
Als de energie die je opwekt met been- en gewichtshulpen groter is dan het gewicht in je hand (waarmee je teugelhulpen geeft) is het een weerstand biedende hand. Wek je minder energie op dan dat je tegenhoudt met je hand, dan ben je aan het trekken.
Kortom, je moet altijd meer energie erin rijden dan dat je met je hand tegenhoudt, anders ben je aan het trekken.

Als je je hulpen niet op de juiste manier geeft, krijg je ruis in de communicatie tussen jou en je paard. Wil je het beste halen uit jouw team, dan zal je hulpen altijd klein en correct moeten geven. Een juiste teugelvoering is één van de basisbeginselen daarvan.

Hoe doe je dat, rijden met de juiste teugelvoering? Heel simpel, je moet rijden met een vogeltje in je handen. Geen echt vogeltje natuurlijk, maar een denkbeeldig vogeltje is al heel verhelderend. Je moet ervoor zorgen dat het vogeltje niet wordt doodgeknepen. Teugels dus niet te strak vast houden. Maar je mag het vogeltje ook niet weg laten vliegen. Dus je teugels mag je niet te los vast houden.

Kortom, voor een juiste teugelvoering moet je rijden met een (denkbeeldig) vogeltje in je hand, zo heb je de teugels niet te los en ook niet te strak vast.