3 tips om het uitstrekken te verbeteren

Veel ruiters rijden hun paard harder wanneer er ‚uitstrekken’ gevraagd wordt. Harder stappen, draven of galopperen maakt niet automatisch dat je paard ook echt uitstrekt.

Tijdens het uitstrekken van de stap, draf of galop wordt er simpelweg gevraagd van je paard dat hij meer ‚grond pakt’. Dus dat de lengte van zijn pas groter wordt. Klinkt zo eenvoudig als ik het zo neerzet. Maar ik weet uit ervaring dat het nog best een kunst is om dit ook te bereiken bij je paard.

Dit paard wordt zélf langer in plaats van zijn passen.

Dit paard steekt zijn voorbeen ver uit, maar doet niets in het achterbeen.

Dit paard blijft recht in het achterbeen, er ontstaat niet meer draagkracht.

Fouten tijdens het uitstrekken los je op bij de oorzaak.

Tijdens het rijden van mijn eigen (trainings)paarden en het trainen van mijn ruiters ben ik gewend om fouten op te lossen bij de oorzaak. Ik repareer een langer wordend paard dus niet door de teugels korter te trekken. En ook zal ik taktfouten niet oplossen door nóg vaker het uitstrekken te oefenen. Nee, problemen los je op bij de oorzaak, in dit geval de basisafrichting van je paard die misschien toch niet zo perfect was als we hoopten. Door één stapje terug te gaan zal je zien dat je er daarna drie naar voren gaat! Figuurlijk dan hè ;).

3 oefeningen om het uitstrekken te verbeteren

Hier 3 kleine oefeningen waar je direct zelf al mee kan beginnen om de takt, ontspanning en nageeflijkheid en aanleuning te verbeteren.

• Actie-reactie. Als jij je kuit aandrukt moet je paard reageren door zijn achterbeen aan te laten treden. Hij mag niet langer worden aan de voorkant, hij hoeft ook niet per sé super hard te gaan. Bij het aandrukken van je kuit moet je paard dus bijna elektrisch reageren. Langzaam eruit laten lopen aan de voorkant is geen optie. Een directe reactie vanuit het achterbeen wel.
• Tempocontrole. Vanaf de eerste pas die je paard zet bepaal jij het tempo. Wil je paard altijd wat te hard? Rem dan op 2 teugels, en ontspan direct weer in je hand wanneer paard langzamer loopt. Is je paard altijd wat traag? Grijp terug naar oplossing 1; actie-reactie. Tik-tik met je kuit, vlug achter elkaar is trouwens veel effectiever dan ‚plof’ met je been.
• Check de nageeflijkheid. Nageeflijkheid is de losgelatenheid in nek- en kaakgewricht wat ontstaat door een verder ondertredend achterbeen. Is je paard ‚los’ aan de voorkant, maar doet het achterbeen niks of te weinig? Dan is je paard dus niet nageeflijk! Je kunt de nageeflijkheid checken door bijvoorbeeld met beide handen even kort over de manenkam te strijken. Als je paard echt nageeflijk is zal hij zijn neus niet naar voren en omhoog steken, of harder gaan lopen als je dit doet, maar lekker blijven doorswingen onder je. Is je paard niet nageeflijk? Dan is hij ook niet voldoende aan je kuithulp hoogst waarschijnlijk. Ga weer terug naar de actie-reactie-oplossing. Je paard doet te weinig met het achterbeen, en laat deze energie ook niet via de lendenen, rug en schoft doorvloeien naar het loslaten in nek- en kaakgewricht.

Kortom; fouten die gemaakt worden tijdens het uitstrekken los je op door terug te gaan naar de drie basisbegrippen uit het scala der ausbildung. 3 oefeningen die je daarbij helpen zijn 1. actie-reactie. 2 Tempocontrole. 3 Check de nageeflijkheid.

Ik stel het enorm op prijs als je zelf ook goede en foute foto’s (van jezelf) wilt toevoegen. Dat kan bijvoorbeeld op mijn facebookpagina als reactie op dit artikel!