Online training: Ontwikkel je ruitergevoel
De inschrijving voor mijn online training is op dit moment gesloten. Wil jij het als eerste horen als de inschrijving weer open gaat? Schrijf je dan hieronder in.
Stelling en buiging worden nog wel eens met elkaar verward. Ook zie ik het veel gebeuren dat ruiters op een verkeerde manier de stelling en buiging voor elkaar proberen te krijgen.
Stelling en buiging heb je nodig om je paard te gymnastiseren, in balans te brengen en om hem recht te richten. Ook in zijgangen en bijvoorbeeld bij de verzameling heb je buiging nodig. Stelling en buiging zijn echt onderdeel van de basisprincipes bij het trainen van je paard. Hoe makkelijker je paard dit doet, hoe fijner de oefeningen vervolgens gaan.
Stelling neemt je paard aan in zijn nek, dat stukje vlak achter de oren van je paard. Als je paard in linkerstelling loopt, kun je een stukje van zijn linkeroog en linkerneusgat zien als ruiter. De hals en het lijf van je paard is niet gebogen. Je paard spoort. Dat betekent dat zijn achterhoeven in hetzelfde spoor lopen als zijn voorhoeven. Hij loopt dus keurig op 1 hoefslag en twee sporen. Als je paard naar beide kanten fijn stelling aanneemt is hij los in ‚t lijf.
Appuyeren naar links
Appuyeren naar rechts
Er zijn drie verschillende soorten buiging. Als je instructeur het over buiging heeft, zal hij meestal de lengtebuiging bedoelen.
Lengtebuiging is de buiging van de gehele wervelkolom van je paard naar links of naar rechts. Je paard kan niet op elke plek van zijn wervelkolom even ver kan buigen. Je kan je voorstellen dat bij het heiligbeen (5 aan elkaar vergroeide wervels ter hoogte van zijn bil, net voor zijn staart) helemaal geen buiging mogelijk is. Terwijl bij de halswervels (7 wervels, net als bij mensen) juist heel veel buiging mogelijk is. Toch is bij buiging het streven om het paard voor het zich overal evenveel te laten buigen, het moet dus een geleidelijke lijn zijn van zijn oren tot zijn staart als je je paard van bovenaf zou bekijken. Buiging zal je dus altijd rijden met stelling, terwijl je stelling zonder buiging rijdt.
Opwaartse buiging is de buiging die je paard heeft vanuit zijn achterhand naar zijn nek. Hoe verder je paard is in de training, hoe meer hij opwaarts kan buiging. Je paard loopt dan als het ware ‚bergop’. Zijn achterhand zakt waardoor zijn voorbenen vlugger weg kunnen en je paard vanuit de schoft omhoog zal komen. De nek is het hoogste punt hierbij.
Buiging in de gewrichten is de derde soort buiging. Het gaat hier met name om de buiging van de gewrichten in de achterbenen van je paard. Hoe verder de gewrichten van het achterbeen buigen, hoe meer de achterhand zal zakken, en hoe meer gewicht de achterhand van je paard zal overnemen van de voorhand. Buiging in de gewrichten hangt nauw samen met de opwaartse buiging die je paard dan laat zien. Buiging in de gewrichten heb je nodig om bijvoorbeeld te kunnen verzamelen naar de verzamelde draf, de passage en de piaffe.
Paard spoort niet
Het is belangrijk om in de training beide kanten van je paard soepel te maken. Stelling en buiging moet dus naar beide kanten even makkelijk gaan. Van nature heeft je paard, net als jij, een voorkeurskant. Sommige paarden stellen makkelijker naar links, en andere paarden makkelijker naar rechts. Meestal is de makkelijke kant van buigen van je paard hetzelfde als de makkelijke kant van de stelling. Maar niet altijd! Sommige paarden vertonen een zogenaamde ‚S’ bocht in de wervelkolom. Als je erop zit als ruiter heb je dit niet altijd in de gaten, het is dus belangrijk om een goede instructeur mee te laten kijken en je hierin te begeleiden.
Op de foto een paard die ‘niet spoort’. Zijn achterbenen volgen niet precies het spoor van zijn voorbenen. De achterhand wordt verder naar binnen gebracht. Dit paard is niet rechtgericht.
Als je paard zijn hoofd kantelt tijdens het rijden neemt hij geen stelling of buiging aan. Hij kantelt zijn hoofd waardoor zijn neus wel stelt, maar zijn nek de andere kant op stelt. Het kantelen van het hoofd is een ernstige rijtechnische fout waar je met de juiste begeleiding gelukkig snel een oplossing voor kan vinden. De fout zit ‚m hierbij in de rijtechniek van de ruiter wat bijgesteld moet worden.
Bij stelling vraag je met (meestal) je binnenhand losheid in het nek- en kaakgewricht van je paard. Als je dit goed doet zal je paard daarop nageven en stellen, dus geen weerstand bieden maar fijn meegeven met je soepel blijvende hand. Je paard stelt naar binnen in de verbinding van zijn hoofd naar zijn hals.
Buiging ontstaat door een vermeerderd onderdtreden van het binnenachterbeen van je paard. Je paard zal dus goed aan de hulpen moeten staan om dit te kunnen rijden. Door met je binnenbeen meer activiteit en verder ondertreden van het binnenachterbeen van je paard aan te vragen zal je paard zich om je binnenbeen buigen. Je hebt bij buiging altijd stelling nodig, dit moet evenredig zijn met de buiging in het lijf van je paard.
Jonge paarden kun je laten buigen met eenvoudigere oefeningen zoals het rijden van een grote volte. Hoe groter de volte, hoe minder buiging er gevraagd wordt. Verklein je de volte dan vergroot je de buiging in het lijf van je paard.
Paarden die al wat hoger in training staan kun je laten buigen door het rijden van oefeningen zoals schouder binnenwaarts. Als je deze oefening rijdt zal je dus eerst het binnen achterbeen moeten activeren voordat je de schouders naar binnen brengt om zo de lengtebuiging te kunnen waarborgen. Oefeningen waar heel veel lengtebuiging, opwaartse buiging en buiging in de gewrichten gevraagd wordt zijn bijvoorbeeld appuyeren of een (werk)pirouette.
Paard gaat plat de bocht door, buigt niet
De meest voorkomende fout bij stelling en buiging is dat de begrippen en de uitvoering door elkaar gehaald wordt.
Als voorbeeld een fout: een jong paard in galop heeft nog weinig balans op de volte. De ruiter voelt dat het paard naar binnen hangt en zich recht houdt. De ruiter probeert het paard te laten buigen door ophoudingen te maken aan de binnenteugel.
De oplossing: Buiging haal je uit je binnenbeen, stelling haal je uit je binnenteugel. Het heeft dus geen zin om bij een jong paard aan de binnenteugel te trekken om de onbalans te compenseren. Gebruik je binnenbeen als steunpunt voor je paard, ga niet tegenhangen maar help je paard in balans te komen door zelf aan je balans en je zit te werken. Probeer in stap en draf meer bevestiging te krijgen van de balans op de volte en probeer het daarna weer in galop. Neem galop wel mee in je training, maar bijvoorbeeld over de hoefslag om te beginnen en af en toe een grote volte.
Kortom; stelling en buiging zijn begrippen en onderdelen van de training die vaak door elkaar gehaald worden. Je hebt stelling en buiging nodig om je paard soepel te maken en beter rechtgericht te krijgen. Ook voor de verdere training in bijvoorbeeld het verzamelen en de zijgangen zijn stelling en buiging onmisbaar.
Deel de inspiratie via social media en mijn blog via onderstaande links!
©Hester Bransen, Ruitergevoel 2024
Dit artikel mag je gebruiken voor tijdschriften en websites...
....en het kost niets! Het enige dat ik je vraag is om de volgende tekst toe te voegen aan het artikel (met een werkende link naar mijn website): "Door Hester Bransen van Ruitergevoel. Meer ruitergevoeltips zijn te vinden in het E-book ‘De vier elementen van een correcte houding en zit', dat je gratis kan aanvragen op www.ruitergevoel.com "
Op deze website
Ruitergevoeltips
Meer Ruitergevoel op de socials
Ruitergevoel
Heb je vragen? Bel of mail Corjan,
hij helpt je graag verder!
M:+31 (0)6 - 50 9999 82
E: hester@ruitergevoel.com
Adres van ons trainingscentrum:
Polder 35
6691 MG Gendt
(tussen Arnhem en Nijmegen)
KvK nummer: 70203695
Een mooie en duidelijke uitleg over het verschil tussen stelling en buiging!
Mijn paard zet zijn kont naar binnen in galop. Wat zijn goede oefeningen om hem recht te richten? Hij wil ook heel moeilijk nageven als ik het vraag. Hij zet snel de kaken op elkaar. Terwijl ik niet trek aan de teugels of hem strak vasthoudt. Het liefst loopt hij met zijn hoofd ver voor de loodlijn. Misschien doet hij dit omdat hij niet rechtgericht is. Het maakt ook niet uit of ik er een meer ervaren ruiter op zet want dan doet hij het ook.