Tempocontrole toepassen in de praktijk

door | Tips | 7 reacties

Tempocontrole is een term die je te pas en te onpas hoort. Iedereen weet echt wel het belang van tempocontrole. Je paard mag daarbij niet onder je uitrennen, en ook niet te traag blijven in (met name) het achterbeen.

Elke pas de volledige controle hebben over het tempo van je paard is nog niet zo makkelijk. Je paard is slim, en weet best dat hij hier of daar een beetje tempo erbij kan snoepen, of juist wat traag kan worden gedurende je training.

Het is ook niet niks om op alles tegelijk te letten tijdens het trainen van je paard. En als je net die ene moeilijke oefening aan het uitvoeren bent, wijken, appuyeren of contragalop, dan kan het zomaar zijn dat er weinig meer van tempocontrole terecht komt.

Bewust worden van het feit dat je wel of geen tempocontrole hebt is belangrijk. Daarom hier wat leuke oefeningen waar je deze week mee aan de slag kan gaan!

Het tellen van je passen maakt meetbaar wat je aan het doen bent. Tel je passen in een overgang, een wending of de korte zijde.

Tel je passen

Een mooie oefening die ik veel met ruiters doe is het tellen van je passen. Bijvoorbeeld: hoeveel passen doe je erover om van de draf naar de stap te komen. De eerste keer dat ik dat met ruiters doe, zijn dat soms wel 15 passen! Veel te veel. Ik heb als `regel’ dat je bij de overgang van draf naar stap er 3 passen over mag doen. Geloof me, daar moet je behoorlijk handig en vlug voor zijn om dat voor elkaar te krijgen. Maar het leuke is, als je dat consequent doet tijdens je rit, dat je paard het hartstikke snel in de gaten heeft. Hij gaat veel attenter reageren en ze vinden dit spelletje heel leuk!

Op gang komen

De overgang van de stap naar de draf moet in 1 keer. Daar mag niets tussen zitten. Geen halve stapjes, geen vlugge `op-gang-kom-passen’ of trage `ik-moet-even-rustig-beginnen’ passen. Gelijk van een arbeidstap naar een arbeidsdraf. Is je paard een dieseltje, en maakt hij de eerste passen in draf een beetje traag? Laat hem dan vanaf de eerste overgang weten dat hij echt direct op arbeidstempo moet draven, en niet mag sjokken.

Onder je uit lopen

Paarden die van nature wat vlugger zijn hebben snel de neiging om wat `onder je uit’ te gaan lopen. Ze gaan dus gedurende een oefening steeds een beetje harder, waardoor jij je oefening niet goed kan uitrijden. Paarden die graag in een hoog tempo lopen kunnen `van het achterbeen af’ gaan lopen. Daar bedoel ik mee dat ze gaan stuwen in plaats van dragen. De uitzwaai van het achterbeen naar achteren is daarbij groter dan het aantreden van het achterbeen naar voren. Liever een wat rustiger tempo, waarbij het paard mooi gedragen blijft.

Wachtoefeningen

Wachtoefeningen zijn voor deze vlugge paarden een uitkomst. Een wachtoefening houdt in dat je je paard middenin een oefening of een lijn even laat wachten, je verlaagt het tempo, zonder het ritme te verlagen. Bij een wachtoefening kantelt je paard zijn bekken iets, waardoor het achterbeen weer terug onder de massa komt. Hij komt dus weer tot dragen, en leert om op jou te wachten.

Schijnovergangen zorgen ervoor dat je paard leert wachten op je hulp en super scherp en vlug blijft op je hulpen.

Schijnovergang

Een andere oefening die alles met tempocontrole te maken heeft is de schijnovergang. Je doet alsof je een overgang terug maakt, en op het moment dat je paard de overgang naar een lagere gang heeft ingezet en bijna heeft voltooid rijd je je paard weer naar voren toe. Hij leert zo om scherp te blijven op je hulpen, en niet een overgang af te raffelen. En jij leert tegelijkertijd om een overgang zo precies mogelijk, stapje voor stapje uit te voeren.

Leer je paard dat er wel 6 verschillende tempo’s zijn in galop, en niet alleen hard of zacht.

Tempowisselingen

Binnen een gang naar een ander tempo is een tempowisseling. In galop hebben de meeste paarden eerlijk gezegd maar 2 verschillende soorten tempo geleerd van hun ruiter. Hard of zacht. Ik daag je uit om daar minstens 6 tempoverschillen te maken. Rijd in galop eens naar voren, en halverwege de lange zijde nog eens en nog eens naar voren (dus zonder tussendoor terug te nemen). De eerste keer dat je je paard aanvraagt naar voren doet hij meestal wel, maar de tweede en derde tempowisseling naar voren er direct achteraan dan gebeurt er bij de meeste paarden niets. Een mooie oefening om deze week mee aan de slag te gaan!

Doe eens zo lang mogelijk over een overgang van draf naar stap, laat je paard zo veel mogelijk kleine pasjes maken, en rek de hulpen van je overgang tot het niet verder kan.

Uitrekken van overgangen

En de laatste oefening die ik je wil meegeven is het uitrekken van overgangen. Doe eens zo lang mogelijk over een overgang van draf naar stap. Probeer het tempo te verlagen, maar te blijven draven, tot je paard echt minipasjes maakt, maar nog wel draaft. Hoeveel van die minipasjes kun je rijden? Hoe meer minipasjes op een zo klein mogelijk oppervlak, hoe meer gedragen je paard zal lopen. De voor- en achterbenen van je paard komen zo heel dicht naar elkaar toe. Dit noem je het verkleinen van het draagvlak. Je moet echt heel stil blijven zitten, anders raakt je paard uit balans door dit kleine draagvlak.

Kortom; het toepassen van tempocontrole is niet altijd even makkelijk. Door allerlei verschillende soorten oefeningen te doen op het gebied van tempowisselingen, overgangen, schijnovergangen, wachtoefeningen en ritme kun je tempocontrole niet alleen nastreven maar ook gericht toepassen.

Extra tip van Hester

De online training ‘Paardrijden met ruitergevoel’ helpt je om een topteam te vormen met je paard. Met de kleinste hulpen leren jullie elkaar begrijpen. Nieuwsgierig? 

Deel de inspiratie via social media en mijn blog via onderstaande links!

©Hester Bransen, Ruitergevoel 2024

Dit artikel mag je gebruiken voor tijdschriften en websites...

....en het kost niets! Het enige dat ik je vraag is om de volgende tekst toe te voegen aan het artikel (met een werkende link naar mijn website): "Door Hester Bransen van Ruitergevoel. Meer ruitergevoeltips zijn te vinden in het E-book ‘De vier elementen van een correcte houding en zit', dat je gratis kan aanvragen op www.ruitergevoel.com "

7 Reacties

  1. Marc Timmermans

    Beste Hester,
    Onwaarschijnlijk hoe je er in slaagt net deze problemen aan te kaarten waar ik momenteel mee geconfronteerd wordt; Dank voor deze tips; Uiteraard ga ik ze trachten toe te passen samen met Inky mijn 6-jarige Don Renoir merrie; Het lijkt mij niet zo simpel allemaal maar als je al maar weet hoe de theorie is kan de praktijk er alleen maar op vooruit gaan.
    Hartelijk dank en vriendelijke groeten.
    P.S; Ik zou zeggen, laat maar komen die tips.
    Marc

    Antwoord
    • Hester

      Hallo Marc,
      Bedankt voor je lieve bericht! Ik ben blij dat je inderdaad inziet dat je paardrijden leert in de praktijk, maar dat het hartstikke handig is om de theorie ook te snappen!
      Hopelijk tot ziens op een praktijktraining!
      Hartelijke groeten,
      Hester Bransen
      Trainer Ruitergevoel

      Antwoord
  2. Francis

    Ik ben hier al regelmatig mee bezig en soms gaat het super. Maar het is nog niet stabiel. Dank je Hester voor nog wat extra oefeningen, ga ik mee aan de slag.

    Antwoord
  3. Sacha Stibbe

    Mijn merrie zal altijd proberen er een pasje bij te zetten. Als ik haar terug rij verstakt ze haar rug en komt omhoog met haar hoofd. Ze wordt dus strak. Met welke oefeningen kan ik helpen? Ik moet erbij zeggen dat ze artritis heeft, maar ik rij haar alleen als ze 100 procent klachtenvrij is. Ze heeft dit altijd gehad (voorwaartse drang en moeite met wachten). Doe ik iets verkeerd? Of moet ik dit blijven oefenen (zolang ze klachtenvrij is natuurlijk).

    Antwoord
    • Hester

      Hi Sacha,
      Bij paardrijden heeft uiteindelijk alles met elkaar te maken. Het is een keten. Zonder het één, kun je niet naar het ander, en andersom. Natuurlijk moet ik je paard eerst zien rijden om je echt goed te kunne helpen, maar als ik het lees, denk ik dat ze het bit, je hand, nog niet zo goed aanneemt. Ze laat het bit los als je naar voren rijdt, en drukt haar hals op. Samen met je instructeur kun je hieraan werken. Tempowisselingen helpen hier overigens ook bij!
      Succes! Groetjes, Hester

      Antwoord
    • Ingena van dijk

      Hoi Hester wat een leuke oefeningen en heldere uitleg. Mijn dieseltje blijft moeite houden met overgangen maar met deze oefening ga ik haar eens extra uitdagen.

      Antwoord
  4. Nina de weerd

    Hoi Hester, allereerst bedankt voor je gouden tips en duidelijke uitleg. Ik heb er al veel aan gehad!
    Ik heb een probleempje met 1 van de manegepaarden waarop ik les volg in het deel van de les waar we galopperen. Soms lukt het heel goed en rijden we, voor de beginner die ik ben, best moeilijke figuren zoals snowman of een 8. Maar…. Vaak gaat het HELEMAAL MIS. Dan loopt ze onder me uit en begint zo hard te draven dat ik absoluut niet netjes kan blijven doorzitten en is er geen sprake van aangalopperen. Ik moet haar dan op een volte zetten zodat ze weer rustig wordt en ik haar terug naar een normale draf/stap krijg. Mijn instructeur zegt dat ze op mijn spanning reageert maar dat is niet helemaal fair vermits ik rustig draf galop vraag en wanneer ze dan zo onderuit loopt, tjaaa dan word ik idd wel wat gefrustreerd/gespannen. Het is erg moeilijk nl. Om netjes mijn houding te behouden en niet te gaan trekken wanneer ze dit doet. Ik zou dit heel graag weten waarom ze dit soms doet en soms niet en weten hoe ik hiermee om moet gaan…. Alvast dikke merci

    Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ruitergevoeltips

Meer Ruitergevoel op de socials

Ruitergevoel

Heb je vragen? Bel of mail Corjan, 
hij helpt je graag verder!
M:+31 (0)6 - 50 9999 82
E: hester@ruitergevoel.com

Adres van ons trainingscentrum:

Polder 35
6691 MG Gendt
(tussen Arnhem en Nijmegen)

KvK nummer: 70203695