De verschillende hulpen die je aan je paard geeft zorgen nog wel eens voor verwarring.
Niet alleen voor je paard, maar ook bij jou. Er zijn zo ontzettend veel verschillende hulpen dat je af en toe niet precies meer weet welke hulpen bij welke oefening horen.
In dit artikel wil ik je het belang laten ervaren van het onderscheiden van de verschillende beenhulpen. In het artikel ‘meer trainingseffect met minder hulpen – gewichtshulpen’ kun je nog eens teruglezen welke verschillende gewichtshulpen er zijn. In deze serie zal ik je in het volgende artikel alles over teugelhulpen uitleggen.
Om te beginnen een klein testje voor je.
Ga eens na wat de plek is van je binnenbeen, én de plek is van je buitenbeen is bij elk van deze oefeningen. Om het overzichtelijk te houden schrijf je achter elke oefening of het binnenbeen/buitenbeen óp of achter de singel ligt.
– Grote volte rijden
– Aanspringen in galop
– Schouder binnenwaarts
– Travers
– Appuyeren
Voordat ik je het antwoord geef op test wil ik dat je echt even streng bent voor jezelf, er niet zomaar overheen leest maar het zo goed mogelijk probeert in te vullen.
Zo, dan nu het antwoord. Alle oefeningen uit het rijtje hebben hetzelfde antwoord. Binnenbeen op de singel, buitenbeen achter de singel.
Had jij bij elke oefening de beenligging goed? Dan heb je je tijdens het invullen vast afgevraagd waar het dan door komt dat je paard tóch begrijpt dat hij niet moet aanspringen in galop, maar netjes schouder binnenwaarts moet lopen.
Dit artikel is te kort om álles uit te leggen, maar stap voor stap probeer ik je mee te nemen in de logica van het paardrijden. Vandaag leg ik je de verschillende beenhulpen uit. Als je dat goed weet, dan kun je ze ook beter toepassen, en weer verder met de volgende stap.
Voorwaarts drijvende beenhulpen
Deze hulpen gebruik je als ondersteuning op de tweezijdige gewichtshulp die ik je in het artikel over gewichtshulpen heb uitgelegd. Je kunt alleen invloed uitoefenen op een been van je paard wat in de lucht is. Je kunt op dat moment het been bijvoorbeeld vragen (door jouw been aan te leggen op dat moment) meer naar voren te treden.
In stap is het moment om je paard aan te drijven dus het moment dat het achterbeen van je paard in de lucht is. Is het linkerachterbeen van je paard opgetild, dan kun je je linkerbeen aanleggen om meer activiteit te vragen. Zo ook met het rechterachterbeen. Een achterbeen wat op de grond staat kun je niet nog verder in de grond vragen. Het heeft dus geen zin om te drijven op dat moment.
Let op: je hoeft niet continu te drijven, maar als je meer activiteit van je paard wilt, dan is het moment om te drijven wanneer het achterbeen van je paard in de lucht is. In stap en draf drijf je dus met je linker- en rechterbeen om en om. In galop is dat op het moment van opspringen, wanneer het zweefmoment plaatsvindt.
Voor- zijwaarts drijvende beenhulpen
Deze hulpen gebruik je als je je paard niet alleen naar voren, maar ook opzij wilt laten lopen. Wijken of schouder binnenwaarts zijn enkele oefeningen waarbij je deze beenhulpen gebruik. Je geeft deze hulp altijd in combinatie met bijvoorbeeld de eenzijdige gewichtshulp.
Let erop dat je je been aanlegt op het moment dat het been wat je opzij wilt hebben in de lucht is. Als voorbeeld: tijdens schouder binnenwaarts is dat wanneer het binnen achterbeen in de lucht is. Tijdens travers is dat wanneer het buiten achterbeen in de lucht is.
Begrenzende beenhulpen
De begrenzende beenhulpen horen bij sommige voor- zijwaarts drijvende beenhulpen. Je gebruikt ze als tegenhanger van het been wat je paard opzij vraagt. (let op het verschil: ik gebruik het woord ‘vraagt’, en niet ‘duwt’ of ‘dwingt’)
Rij je schouder binnenwaarts, dan gebruik je de begrenzende beenhulp (in combinatie met de begrenzende teugelhulp) om ervoor te zorgen dat je paard geen ‘billen-buitenwaarts’ loopt. Ga eens bij jezelf na… als je een schouder binnenwaarts inzet, is dat dan écht een schouder binnenwaarts, of duw je zijn billen gewoon naar buiten?
Kortom; beenhulpen gebruik je op het moment dat het achterbeen van je paard in de lucht is. Je kan voorwaarts drijvende beenhulpen, voor- zijwaarts drijvende beenhulpen en begrenzende beenhulpen gebruiken.
Geachte, ik geniet van de paardensport. Met wandelingen aan zee. Meest al telkens een ander paard. Van de manege. De drie vijver. Manege ter duinen . Manege camargeu. Met paarden die ik huur. Voor een wandeling van 2 uur. Ieder paard is anders. En ik heb het gevoel. Dat een manege paard . Steeds zijn zelfde taak uit voerd. Zo dat je er meer niet moet van verwachten. Maar ik vind het telkens een avontuur . Om steeds met een ander paard te rijden. Ik zie de paardensport al ontspanning . En probeer paard en ruiter zo goed mogelijk . In ons vel te aan te voelen. Beste dank voor de tips. En wens u veel succes . Als paarden vriend.
Met vriendelijke groetjes,
Geert Debucquoy
Hi Hester,
N.a.v. onze laatste les probeer ik echt consequenter te zijn in mijn hulpen. Maar als ze dan trager wordt, word ik ‘chaotisch’ zoals jij dat noemt :-). Maar begrijp ik uit bovenstaande goed dat jij zegt dat je eigenlijk nooit met twee benen tegelijk drijft? Dus ook niet de voorwaartse hulp? Of is dat verkeerd? (in het kader van dat ik wil dat mijn paard meer voorwaarts denkt en niet perse hard gaat).
Groetjes Heleen
Hoi Heleen,
Ik gebruik wel degelijk een hulp tegelijk met been, bijvoorbeeld bij het aandraven vanuit stap. Hoe goed ik alle hulpen altijd probeer uit te leggen, uiteindelijk is het praktijk en geen theorie. Soms heb je een ander soort hulp nodig, we hebben allemaal (ik ook niet) geen paard uit het boekje, en dus komt er ook een portie gevoel bij kijken. 😉
Heel veel succes met oefenen!
Hester