Een vliegende galopwisselling of een changement is een directe wisseling van de linkergalop naar de rechtergalop of andersom. Je hebt geen stap- of drafpassen ertussen. Je maakt de wissel in het zweefmoment van de galop. In de fotoserie hierboven zie je duidelijk de fases van het changement.
Regelmatig vragen ruiters me hoe het komt dat hun paard de wissel niet in één keer springt, maar in tweeën. Meestal springt het paard met de voorbenen eerst naar de nieuwe galopzijde, en de tweede pas springen de achterbenen om. Dit is niet correct. Een changement of vliegende wissel moet altijd in één keer gesprongen worden. Soms komt het voor dat een paard eerst met de achterbenen wisselt en daarna pas de voorbenen. In dit artikel ga ik ervan uit dat een paard met de achterbenen naspringt.
Een wissel is echt iets waar je als ruiter handig in moet worden. Voor veel ruiters is het correct rijden van changementen een struikelblok. Voordat je met de wissels kunt beginnen moet je paard (en jij) voldoende geschoold of opgeleid zijn, en aan de volgende voorwaarden voldoen: (Tip: ben je zelf nog niet zo handig? Leer de wissels dan op een paard dat het al kan, en laat je paard de wissels leren door een ruiter die er veel ervaring mee heeft)
- De galop moet goed bevestigd zijn. Je moet je paard in de galop makkelijk kunnen sluiten en verruimen. Een goede vóóroefening voor vliegende wissels is het rijden van eenvoudige wissels. Hierbij ga je van de linkergalop via enkele stappassen naar de rechtergalop en andersom. Werk aan de reactie op je hulpen en de balans in galop voordat je aan de wissels begint.
- Je paard moet rechtgericht zijn. De achterbenen moeten sporen in het spoor van de voorbenen. In galop neigen veel paarden ernaar om iets met de achterhand naar binnen te komen. In dat geval is je paard dus niet recht. Werk aan het rechtrichten voordat je aan de wissels begint.
- Jij en je paard moeten de contragalop goed beheersen. Bij contragalop galoppeer je op de linkerhand in de rechtergalop of andersom. Werk aan de contragalop voordat je aan de wissels begint.
- Je paard moet echt goed ‘bergop’ galopperen en meer gewicht op de achterhand dragen dan op de voorhand.
Ben je er zeker van jij en je paard toe zijn aan de wissels? Werk dan onder begeleiding van een trainer aan je eerste wissels. Ook als je al wissels rijdt met je paard, maar ze zijn niet correct gesprongen, zal je altijd met een goede instructeur verder komen. Ik raad je af om hier in je eentje mee aan de slag te gaan. Dit artikel helpt je om de (mogelijke) fouten te begrijpen en op te lossen.
Wat ik in dit artikel met je doorneem is de reden waarom paarden de wissels vaak naspringen of in tweeën springen, en hoe je dat eenvoudig kan oplossen. In dit artikel ga ik niet uitgebreid in op de hulpen voor een correct gesprongen wissel, en ook niet hoe je een paard een wissel correct aanleert, dat zal ik in een ander artikel doen.
- De eerste reden dat een paard de wissel niet in één keer springt is simpelweg omdat je paard niet aan de voorwaarden zoals hierboven beschreven voldoet. Zelfs als er maar één voorwaarde ontbreekt of niet geheel aansluit, geeft dit reden om niet perfect te wisselen.
- De tweede reden is dat de ruiter niet in balans zit en daardoor het paard uit balans brengt en hierdoor geen correct changement kan laten zien. Het naar voren brengen van het bovenlichaam is een veelgemaakte fout daarbij. De ruiter hangt daarbij boven de schoft in plaats van erachter te blijven zitten. Werk aan je balans met een trainer die hier gespecialiseerd in is. Graag help ik je hierbij, neem dan even contact met me op.
- De derde reden dat een paard de changementen in tweeën springt is omdat de ruiter zijn paard te veel omstelt naar de nieuwe (galop)kant. Stel je voor dat je in de rechtergalop zit. Aan het einde van de lange zijde maak je een keertwending richting B (of E).
Stel je voor dat je alles goed doet, behalve dat allerlaatste cruciale moment waarop je je paard omstelt. Je wilt van de rechter- naar de linkergalop, en op het moment van wisselen (bij B of E in dit geval) stel je je paard om je linkerbeen, met linkerstelling om je paard in de linkergalop te krijgen. Dan is de kans zeer aanzienlijk dat hij vóór wisselt, maar achter pas een pas later wisselt. Dit is een heel veel voorkomende fout, waar veel ruiters in blijven hangen.
Wat gaat er fout?
Als je paard in de rechtergalop zit en je wilt wisselen naar de linkergalop dan moet je er als ruiter voor zorgen dat het nieuwe binnenachterbeen (in dit geval is dat het linkerachterbeen) voldoende ruimte heeft om naar voren door te springen. Dat kan alleen maar als de linkerschouder er niet voor zit maar juist ruimte geeft.
Op het moment dat je van rechts naar links wilt wisselen en je stelt je paard vol in naar links zodat er een gigantisch gewicht op de linkerschouder van je paard terecht komt, heeft hij simpelweg de ruimte niet om naar links te wisselen met zijn linkerachterbeen.
Wat moet je doen om dit te voorkomen?
Om de wissel van rechts naar links in één keer te springen is het belangrijk om ruimte te houden op links om het nieuwe binnenachterbeen, het linkerachterbeen in dit geval, naar voren weg te kunnen laten springen. Zorg dus dat je op het moment van wisselen de schouder van je paard op rechts houdt. Dan heeft het linkerachterbeen genoeg ruimte en zal je paard de wissel in één keer springen.
Kortom; springt je paard de wissels in tweeën? Zorg er dan voor dat je in de scholing van je paard aan de voorwaarden voldoet om aan de wissels te beginnen. Zorg ervoor dat je zelf in balans zit en de juiste hulpen geeft aan je paard. En zorg ervoor dat je je paard niet met zijn volle gewicht naar de nieuwe kant omstelt waardoor hij simpelweg de ruimte niet heeft met het nieuwe binnenachterbeen om in de nieuwe galop door te springen.
0 reacties