3 stappen om je paard wél de wending goed door te krijgen

Misschien heb je het wel eens meegemaakt met een paard, of loop je er zelfs met je huidige paard nu tegenaan. Hij gaat de bocht niet door.

Je stuurt de volte in en halverwege de rijbaan trekt je paard je ineens de andere kant uit. Je hebt het gevoel dat je er niets tegen kan beginnen. Je paard vliegt gewoon de ‘verkeerde’ kant op met je. Het gebeurd je altijd op dezelfde hand, linksom of rechtsom. De andere kant lukt het eigenlijk altijd om hem goed de wending door te krijgen.

Als hij wél de juiste kant op gaat, lijkt het alsof hij de wand of het hek eruit ‘wil’ lopen. Je wordt helemaal naar buiten gedrukt en hij komt nauwelijks de hoefslag weer af. En hoe hoger de gang, hoe moeilijker. In galop is het probleem groter dan in stap.

Hulp in aantocht

Je hebt waarschijnlijk al van alles geprobeerd, en toch lijkt je paard te ‘blokken’ op die ene wending.

Ook heb je vast al van veel stalgenoten, gevraagd en ongevraagd, ‘hulp’ gekregen. “Trekken; harder; met je been; nog een keer; houd hem ertussen” Dat soort adviezen. Hoewel goed bedoeld, ben je er waarschijnlijk alleen maar meer van in de war geraakt. Waarom lukt het nou niet?

Herken je dit? Dan is dit artikel wellicht een goede stap naar de oplossing!

Het is belangrijk om je te realiseren dat je een probleem beter kan voorkomen dan oplossen. Maar als je er al mee te maken hebt, dan zal je toch naar een oplossing moeten gaan zoeken. Zo kan het niet langer, dat weet je zelf vast ook maar al te goed.

Je paard doet dit niet om je te pesten.

Hij wil je niet treiteren en je irriteren. Een paard kan namelijk niet redeneren, dus hij kan het niet van tevoren bedenken om jou een hak te zetten. Het kan wel soms lijken alsof hij het ‘erom doet’, maar dat is echt niet mogelijk.

Wat wél mogelijk is, is dat je paard na een aantal succesmomenten onbewust van je heeft geleerd om dit gedrag te vertonen. Een succesmoment voor je paard kan bijvoorbeeld zijn dat je stopte met het rijden op de bewuste hand, stopte met bijvoorbeeld de galop of helemaal stopte met je training. Het er-tussen-uit lopen van je paard is dan een gewoonte aan het worden.

Je paard heeft echt geen hekel aan ‘werken’, rijden met jou. Maar hij kan wel sommige dingen moeilijk vinden, en zijn natuurlijke reactie is het ontwijken van dat moeilijke stukje. Hij weet immers niet dat hij ‘rechter’ wordt van het rijden op de binnenhoefslag op de hand die hij als moeilijker ervaart. Of dat de galop echt verbeterd van de bewuste oefening die je hem wilde geven. Het effect is pas later voelbaar voor hem en voor jou. En dan nog zal je paard niet kunnen terugdenken aan toen-het-nog-moeilijk-was, en wat de training die hij van je kreeg voor hem gedaan heeft. (best jammer eigenlijk ;))

De stappen naar een goede wending

Stap 1. Analyseer jezelf

• wat is jouw voorkeurskant om op te rijden
• zit je scheef
• wat is de gang waarin je het fijnste rijdt
• doe je iets anders met je hulpen linksom of rechtsom (zit-, been- en teugelhulpen)

Stap 2. Analyseer je paard

• hoe verloopt zijn scheefheid in zijn lijf
• welke gang heeft hij meer moeite
• is er een gewoonte opgetreden (maanden of jaren) of zit je nog in de eerste fase van het probleem (bij een jong paard of een paard wat je net traint en waarbij het is ontstaan tijdens jouw training)

Stap 3. de oplossing

Afhankelijk van je analyse die je in stap 1 en 2 gemaakt heb moet je tot een stappenplan voor de daadwerkelijke oplossing komen.

Ik geef je hierin een voorbeeld, maar het kan zijn dat het voor jou en je paard op een andere manier beter werkt, afhankelijk van waar het probleem zich bevind. Trek het probleem helemaal stukje voor stukje uit elkaar en los het op bij de oorzaak (bijvoorbeeld scheefheid van ruiter en/of paard) en niet bij het gevolg (harder trekken om toch de bocht door te gaan)

• Je paard is scheef, dat kan ik hier wel stellen. En ook jij zal je hulpen linksom anders geven dan rechtsom. Het is dus een vicieuze cirkel waar je in zit. Daar kom je pas uit als je het anders aanpakt dan wat je tot nu toe hebt gedaan. Pak het aan bij de oorzaak. Je paard is scheef en je zal hem dus moeten rechtrichten. In een les kan ik je heel precies laten weten hoe je dat voor jouw paard specifiek moet doen. Algemenere oefeningen zijn: het rijden op de binnenhoefslag, wijken voor de kuit, volte vergroten en verkleinen.
• Je paard is niet correct aan de hulpen. Leer jezelf en je paard echt goed kennen. Zijn je hulpen in eerste instantie (dus niet per se in de moeilijke wending) wel duidelijk genoeg? Hoe weet je paard bijvoorbeeld het verschil tussen ‘stelling aannemen’ en de ‘wending lopen’? Schrijf je hulpen eens uit. En? kun jij heel duidelijk het verschil aangeven? Of wat is in je hulp het verschil tussen ‘langzamer’ en ‘nageven’? Eerlijk zijn, is het verschil overduidelijk voor je paard? Of het verschil tussen ‘verzamelen’ en ‘overgang terug’ maken. Leer je paard wat het juiste antwoord is en leer zelf de goede vraag te stellen.
• Positie van je hand. Ik licht 1 belangrijk aspect uit bij dit probleem die ik bij vrijwel alle combinaties tegenkom die met dit probleem te maken hebben. De positie van je hand en dus de inwerking van het bit op de mond van je paard.
  Wanneer je paard de wending niet correct doorloopt, en het voelt in je hand alsof je tegen een blok aan zit, kun je dit vrij eenvoudig oplossen.

  Je hebt in dit geval je hand te laag, je arm te recht en te veel spanning op je gehele schouder, arm en hand. Op zo’n moment werk je met het bit in op de lagen van het paard. De lagen zitten in de mond, het is het harde stukje tussen de rij kiezen en tanden in waar het bit op ligt. Met een lage hand en rechte arm werk je direct in op het harde stuk in zijn mond. Je paard zal daar waarschijnlijk weerstand op bieden. Om dit te voorkomen kun je je hand een beetje optillen, zodat je ellebogen gebogen zijn. Het bit moet dan inwerken op het hoekje van de mond van je paard. Dus het mondhoekje van zijn lippen. Dit is een zacht gedeelte van de mond, waardoor je met je hand veel makkelijker zacht kan blijven en je paard daar dus ook veel minder geneigd is weerstand erop te bieden.

  Je houdt als het ware contact met je paard, je blijft in gesprek, in plaats van hard tegen hard te gaan rijden/‘praten’. Probeer het eens uit, echt waar, het werkt heel goed!

Uiteraard zijn er nog veel meer van dit soort tips waarbij je door een kleine verandering van je hulp een groot effect zal merken. Zo wordt het rijden van wendingen, ook van moeilijke wendingen, toch nog leuk en eenvoudig!

Kortom; analyseer jezelf en je paard heel goed, trek een moeilijke oefening helemaal uit elkaar, en los stapje voor stapje je probleem op. Het optillen van je binnenhand is een mooie aanvulling om het contact met je paard fijn te houden waardoor je wending makkelijker zal gaan.

Succes met oefenen, ik ben benieuwd naar je ervaring!