Loopt je paard liever linksom dan rechtsom? (of andersom) Dit is scheefheid, en je zal moeten rechtrichten om je paard beter in balans te krijgen. Elk paard heeft een voorkeurskant, een holle en bolle zijde, een lichte en een zwaardere teugeldruk.
Ook jij bent niet helemaal recht. Ga maar eens voor de grap met je andere hand tanden poetsen. De stal uitmesten met de riek aan de andere zijde en je andere been en hand voor. Of de stal gang vegen met de bezem aan de andere kant dan je normaal gesproken doet. En? Duidelijk een voorkeurskant he!
Bij het rijden van hoeken, of beter: wendingen, zal je vast al gemerkt hebben dat je paard de ene hoek overdreven inloopt, waarbij hij bijna over de buitenschouder wegvalt. Terwijl hij de andere kant op juist heel erg tegen je binnenbeen blijft plakken en op de binnenschouder ‘valt’.
Hoe schever je paard is, hoe minder balans hij heeft. En balans is juist zo belangrijk in de training van je paard. Er zijn talloze oefeningen te verzinnen om je paard recht te richten. We beginnen bij het begin, stap voor stap. Zo blijft het voor jou en voor je paard heel overzichtelijk.
Drie tips om je paard beter in balans te rijden, op eigen benen te laten lopen, en zo goed de hoek in te rijden.
- Om te beginnen is het heel goed om je paard te rijden op de binnenhoefslag. Zo leer je je paard om echt ‘op eigen benen’ te lopen. Hij heeft, met name op 1 zijde, de neiging om tegen de bakrand te plakken. Door het rijden op de binnenhoefslag maak jij zelf je buitenbeen even belangrijk als je binnenbeen. Met je buitenbeen vertel je jouw paard dat hij beter in balans zal lopen als hij niet zo tegen de rand aan hangt. Hou dit eens een week vol, je zal echt veel verschil merken als je dit consequent toepast!
- De tweede tip heeft echt met het rijden van hoeken te maken. Een hoek is eigenlijk een kwart van een (kleine) volte. Je rijdt dus een lange zijde, dan een kwart volte, korte zijde, kwart volte, lange zijde etc. Om een goede hoek te kunnen rijden moet je dus het verschil tussen een lange/korte zijde én een (kwart) volte aan je paard duidelijk maken.
Dat verschil kun je heel goed maken door ze los te koppelen als eigen onderdelen. Dus: Je rijdt een lange zijde met aan het eind een kleine volte. Dan de korte zijde, met weer aan het eind een kleine volte. Zo rijd je de hele rijbaan door. In elke hoek maak je een volte voordat je de volgende zijde op gaat. Hoe hoger je paard is opgeleid, hoe kleiner je de volte kan rijden.
- Het openen en sluiten van een grote volte is de derde oefening die een geweldige uitwerking zal hebben op je wendingen. Loopt je paard gemakkelijker linksom? Dan is het belangrijk om de volte naar links te sluiten en heel langzaam, pasje voor pasje, te openen. Je paard zal het openen makkelijker vinden, en snel geneigd zijn om over de buitenschouder weg te vallen. Zodra dat gebeurd sluit je de volte weer opnieuw.
De volte rechtsom zal hij beter sluiten. Op deze zijde is het belangrijk dat je paard echt voor je binnenbeen wijkt bij het openen van de volte.
Veel gemaakte fouten hierbij: het optillen van je binnenhand, en deze terugbrengen of zelfs over de schouder wegzetten. Je blokkeert hiermee het doortreden van het binnenachterbeen. Bij het openen richting de makkelijke zijde is het gevaar dat je paard wegvalt over de buitenschouder.
Hoe dan wel? Zorg ervoor dat je je binnenteugel los van de hals hebt, en je hand laag houdt. Je paard moet rechtsom echt de volte openen voor je binnenbeen, niet door de teugeldruk. Pasje voor pasje je been aandrukken, je mag niet blijven plakken met je been. Bij het openen naar de makkelijke zijde is het belangrijk dat je jouw buitenteugel en buitenbeen gebruikt als support. Laat je paard hier niet doorheen ‘vallen’.
Kortom: Plakt je paard tegen je binnenbeen, en wil hij niet de hoeken door lopen? Of valt hij juist over de buitenschouder weg? Rijd je paard over de binnenhoefslag. Maak onderscheid tussen rechte zijdes en hoeken door in elke hoek een kleine volte te rijden. En oefen de gehoorzaamheid aan je been door een grote volte te openen en sluiten tot het aan beide kanten even makkelijk gaat.
Hallo Hester
Vandaag reed ik op Rafiki dat is een tuigpaard geweest.
en ik weet van Rafiki dat hij regelmatig aan de want blijft plakken!
dus ik ben ook met deze tip van ruitergevoel gaan werken ik kan jou zeggen Rafiki Reageerde er heel goed op!! en nog leuker der ik kreeg ook de meeste aandacht!! van Lisette en dat doet mij echt heel goed!!
ook al mag ik een ruiter zijn met een beperking!
maar leren doe ik graag heel graag!!
en Rafiki is het oudste paard van stal!
en door deze tips voel ik mij erg gemotiveerd!!
bij Rafiki heb ik veel weer tijd nodig dan bij Banzai
ik kreeg Rafiki veel meer de hoeken door en in! dan normaal!
maar het werkt perfect!!
Respect!!!
Gr Dennis Rabbers