Wijken, maar dan anders

Wijken zoals het in de proef gevraagd wordt

In de wedstrijden wordt wijken gevraagd in de L dressuur. Het is een gehoorzaamheidsoefening waarbij je paard leert voorwaarts zijwaarts te bewegen voor de éénzijdige kuithulp. Je wijkt in de proef meestal vanaf de A-C lijn richting de hoefslag. Je paard heeft hier geen lengtebuiging, maar wel stelling in de tegenovergestelde richting dat hij beweegt. Het binnenbeen je paard kruist over het buitenbeen heen. Dus als je wijkt voor je linkerbeen (naar rechts) heeft je paard stelling naar links, en kruist zijn linkerbeen voor zijn rechterbeen langs.

Je paard blijft hier parallel aan de hoefslag waarbij de schouder altijd iets vóór de achterhand blijft. De achterhand mag nooit dichter bij de hoefslag komen dan de schouder.

Wijken, maar dan anders

Wat ik anders doe dan veel andere ruiters (in de training) is de manier waarop ik mijn paard instel. Ik gebruik wijken als oefening om de schouder te plaatsen. Ik leer mijn paard dus om zijn schouder naar links of rechts te plaatsen, net zoals je dat bij schouderbinnenwaarts doet, maar dan tijdens het wijken.

Daar wordt de oefening wel een beetje anders van. Mijn paard blijft hierdoor niet parallel aan de hoefslag zoals in de proef gevraagd wordt. Ik laat de schouder dus eerst opzij komen, en daarna pas de achterhand.

Dat doe ik door allebei mijn handen in de richting van de beweging te plaatsen. Mijn paard moet door het verplaatsen van mijn hand en dus de teugeldruk tegen zijn hals, zijn schouder opzij plaatsen, zonder direct zijn achterhand mee te nemen. De achterhand mag pas mee als ik met mijn kuithulp kom.

Wat opvalt in deze oefening is dat de meeste paarden een voorkeurskant hebben. De ene kant op gaat het als vanzelf, terwijl de andere kant op, het paard zijn achterhand weg draait. Dat is het punt wat ik probeer op te zoeken en verbeteren, gymnastiseren. Beide kanten moet het even gemakkelijk gaan uiteindelijk.

Zelf vind ik het veel leuker om mijn paard te verrassen en het wijken anders dan anders te doen.

Vanaf de hoefslag naar binnen wijken

Om mijn paard scherp te houden wijk ik vaak vanaf de hoefslag een paar passen naar binnen. Dus van mijn buitenbeen af, in plaats van mijn binnenbeen af. Ik stel mijn paard dan na de hoek naar buiten door dit kort aan te vragen met mijn buitenhand. Op de linkerhand stel ik mijn paard met mijn rechterhand naar rechts.

Hierbij let ik goed op dat mijn paard rechts achter de kaak echt los laat en niet kantelt in zijn hoofd. Mijn buitenbeen leg ik een fractie naar achteren en in het ritme van het lichtrijden drijf ik hem van de hoefslag af. Ik geef dus een kuithulp op het moment dat ik zit, en laat mijn been los naar beneden hangen op het sta moment van het lichtrijden.

Zigzag wijken vanaf de hoefslag

Een variatie daarop is zigzag wijken. Dus vanaf de hoefslag een paar passen naar binnen wijken, en ter hoogte van de B-E lijn, weer een paar passen richting de hoefslag wijken. Het gaat hier niet om het aantal meters wat ik naar binnen rijd, maar om de kwaliteit van de oefening.

Liever een klein beetje, een paar passen, die goed zijn, dan 10 meter waarbij mijn paard zonder ritme en balans half over zijn benen struikelt.

Wijken in galop

Wijken in galop is een oefening die nergens beschreven staat, nooit in een proef gevraagd wordt, en wat dus ook nauwelijks gereden wordt over het algemeen. Maar ik ben er dol op!

Van wijken in galop wordt je paard namelijk super recht! In galop doe ik dit ook weer door eerst de schouder opzij te plaatsen en voorwaarts én zijwaarts mee te nemen. Tijdens het losrijden neem ik dit mee vanaf de binnenhoefslag naar de hoefslag toe, dus van mijn binnenbeen af. Heel belangrijk is het gemak waarmee dit gaat.

Nooit wringen en duwen, maar juist altijd met een korte kuithulp en je handen opzij plaatsen waar je de schouder wil hebben. Je paard moet hierbij echt ‚over de rug’ blijven lopen en loslaten in nek- en kaakgewricht waarbij hij stelt in de tegenovergestelde richting dat hij loopt.

Wijken in galop vanaf de hoefslag naar binnen

Als het wijken voor mijn binnenbeen goed lukt, dan neem ik dit in galop ook weer mee vanaf de hoefslag naar binnen. Het is belangrijk dat dit niet een soort appuyement wordt, maar echt wijken blijft. In de linkergalop kom ik de hoek uit de lange zijde op. Ik maak mijn paard eerst los achter zijn rechterkaak om hem zo naar rechts te stellen.

Dan plaats ik allebei mijn handen iets naar links om de schouder van de hoefslag af te plaatsen en als laatste kom ik met mijn rechterbeen ritmisch om hem van mijn rechterbeen naar links te laten wijken.

Kortom, wijken is een oefening die alleen in de L dressuur gevraagd wordt. Als je het wijken net even anders dan anders rijdt is het een hele leuke en gevarieerde oefening om in de training mee te nemen in elk niveau van de opleiding van je paard. Wijken in draf en galop, zowel voor je binnenbeen als voor je buitenbeen.

Heel veel dank aan leerling Ingrid die met haar paard de oefeningen voor doet in de video’s!