Stap 4 – uitrijden
Het uitrijden van een wending kun je op veel verschillende manieren doen. Bijvoorbeeld door het inzetten van schouder binnenwaarts, een gebroken lijn of een ander figuur. In dit artikel beperk ik me tot het rechtstellen van het paard op een rechte lijn.
- Je draait je schouders weer recht.
- Je gewicht verdeel je gelijk over beide zitbeenknobbels.
- Je been leg je weer terug op de plek.
- Om je paard te helpen rechtstellen na een wending neem je wat meer druk op je buitenbeugel.
- Je duwt op de buitenbeugel met je voet door je knie wat te laten zakken.
Je paard heeft zoveel lengtebuiging in een wending als dat de wending van hem vraagt. Op een grote volte is dat dus een klein beetje, en op een volte van 8 meter is dat een behoorlijke buiging. Hoe kleiner de volte, hoe moeilijker. Wil je trainingseffect hebben van het rijden van wendingen, dan zal je je paard dus moeten uitdagen en moeten variëren in de grootte van de wending.
Deze vier stappen doorloop je in alle drie de gangen. Dus zowel in stap, draf en galop, kijk je de bocht door, draai je je schouders mee, en duw je je binnenheup naar voren.
Kortom: Eén van de beste technieken voor een succesvolle training of proef is het rijden van perfecte wendingen.(foto 3) Dit doe je door je schouders evenwijdig te houden aan de schouders van je paard, en je bekken evenwijdig te houden aan het bekken van je paard. Je wending moet je voorbereiden, inzetten, doorrijden en uitrijden.
Ik ben in verwarring geraakt met het rijden van bochten: binnenbeen, buitenbeen, teugelvoering, wanneer, hoe veel?Raar, maar waar: in mijn theorieboeken staat hierover weing duidelijks. Bedankt voor deze heldere uiteenzetting! Ik ga hiermee aan de slag.
Graag gedaan Han!