Hoe je lengtebuiging zal krijgen bij het rijden van schouderbinnenwaarts

door | Tips | 7 reacties

Heb je wel eens het commentaar ‘te weinig lengtebuiging’ op je protocol gehad bij de schouderbinnenwaarts? Je paard gaat wel ‘pootje over’ en neemt waarschijnlijk ook wel stelling aan, maar buigt niet voldoende in zijn lijf.

Het probleem hierbij is dat je paard dan eigenlijk geen schouderbinnenwaarts loopt. Schouderbinnenwaarts zonder lengtebuiging is hetzelfde als wijken over de hoefslag. En dat wordt niet gevraagd in je M/Z proef, waardoor je punten laat liggen daarop.

Wat er mis gaat is dat je de hulpen voor wijken verwart met de hulpen voor schouderbinnenwaarts. Bij het wijken leg je jouw been een handbreedte naar achteren om de achterhand mee te krijgen. Hierbij wordt alleen stelling van je paard gevraagd.

Als je te weinig lengtebuiging hebt in je schouderbinnenwaarts dan rijdt je technisch gezien ‘kont buitenwaarts’. 🙂 Dit is een heel veel gemaakte fout, ook bij ruiters die al in het Z2 of hoger rijden! Schouderbinnenwaarts is één van mijn meest favoriete oefeningen, waardoor je paard echt leert buigen om je binnenbeen, meer afdruk en swung krijgt en krachtiger zal lopen vanuit de achterhand zonder aan de voorkant sterk te worden.

Schouderbinnenwaarts is een oefening waarbij je echt invloed kan uitoefenen op het binnenachterbeen van je paard. Je beheerst volledig de schouders van je paard. Hij wordt gehoorzamer voor het been, kan meer ondertreden met het achterbeen en je krijgt veel meer ‘afdruk’ en swung als je deze oefening op de juiste manier uitvoert.

Wat is heel vaak zie gebeuren is dat de ruiter schouderbinnenwaarts inzet, stelling vraagt met de binnenhand. De buitenheup en buitenbeen naar voren duwt en het binnenbeen naar achteren om de billen van het paard om te zetten. Dit is geen juiste manier van schouderbinnenwaarts rijden. De drukt met je binnenbeen alle lengtebuiging eruit. Je binnenheup die naar achteren ligt zorg ervoor dat het binnenachterbeen van je paard juist níet verder kan ondertreden. Op deze manier kun je dus nooit een functioneel goede schouderbinnenwaarts met lengtebuiging rijden.

Het is interessant om te bekijken waar de oorzaak ligt. Hoe komt het dat de ruiter de hulpen op deze manier geeft, in plaats van de juiste hulpen? De absolute hoofdreden daarvoor is dat het paard ‘plakt’ aan het binnenbeen. Je paard wijkt niet voor druk, maar komt er tegenin. Als je je binnenbeen vóór houdt, loopt je paard ‘zomaar’ van de hoefslag af. Het is dus noodzakelijk om je paard te leren om van je binnenbeen af te blijven. Hij mag niet op de binnenschouder vallen als het moeilijk wordt, maar zal zichzelf moeten leren dragen. Je leert hem dat door hem te leren dat als jij je binnenbeen (die op de singel ligt) aanlegt, hij zijn gewicht niet op de binnenschouder gooit, maar netjes over beide schouders verdeelt.

Beheersing van de schouders van je paard is van groot belang bij het rijden van schouderbinnenwaarts. Op het moment dat je zijn schouders beheerst, krijg je ook invloed op het verder ondertreden van het binnenachterbeen van je paard.

Dit zijn de hulpen voor een correct gereden schouderbinnenwaarts in draf:

Gewichtshulpen: binnenheup vóór, richting de binnenschouder van je paard. Je zit meer op je binnenzitbeenknobbel. Je richt jezelf op, schouders laag en schouders wijzen richting het binnenoor van je paard. Let erop dat je niet inknikt aan de binnenzijde en niet wegvalt over de buitenkant.

Beenhulpen: binnenbeen op de singel en drijft wanneer het binnenachterbeen is opgetild. Zo kun je met je binnenbeen het binnenachterbeen van je paard naar binnen-voor vragen en meer laten ondertreden. Je binnenbeen is het been waarom het paard heen buigt voor de lengtebuiging. Het binnenbeen zorgt ervoor dat je paard zijn gewicht niet op zijn binnenschouder laat vallen. Buitenbeen ligt een handbreedte terug en onderhoudt de lengtebuiging. Je bovenbenen laat je mooi afhangen, knie ontspannen naar beneden laten zakken.

Teugelhulpen: binnenteugel van de hals af, vraagt stelling in nek en kaakgewricht. Buitenteugel onderhoudt de lengte in de lengtebuiging en de hoogte van hoofd en hals van je paard. Buitenteugel is hierbij de begrenzende teugel die helpt het paard op de hoefslag te houden. Je buitenteugel ligt tegen de hals aan. Beide handen houdt je ontspannen laag langs de schoft van je paard, waarbij je binnenhand iets naar binnen mag komen. Niet optillen of naar je toe trekken, dan krijg je taktfouten.

Kortom; Schouderbinnenwaarts is een oefening waarbij je als ruiter veel invloed krijgt over de schouders en het binnenachterbeen van je paard. Hij wordt gehoorzamer, soepeler en zijn gangen krijgen meer swung en afdruk. De meest gemaakte fout is het ontbreken van lengtebuiging door het terugleggen van het binnenbeen van de ruiter. Door de gewichts-, been- en teugelhulpen juist te gebruiken krijg je een mooi gedragen schouderbinnenwaarts met lengtebuiging door zijn hele lijf.

Deel de inspiratie via social media en mijn blog via onderstaande links!

©Hester Bransen, Ruitergevoel 2024

Dit artikel mag je gebruiken voor tijdschriften en websites...

....en het kost niets! Het enige dat ik je vraag is om de volgende tekst toe te voegen aan het artikel (met een werkende link naar mijn website): "Door Hester Bransen van Ruitergevoel. Meer ruitergevoeltips zijn te vinden in het E-book ‘De vier elementen van een correcte houding en zit', dat je gratis kan aanvragen op www.ruitergevoel.com "

7 Reacties

  1. Anneke

    Duidelijk geschreven, meeste ruiters trekken en duwen het paard in de schouderbinnenwaarts.

    Antwoord
  2. Marleen

    Wow! Wat een leerzame en duidelijke tekst! Ik ga er morgen gelijk mee aan de slag! Bedankt!

    Antwoord
  3. Van Liedekerke An

    Heel duidelijk uitgelegd hoe verschillende factoren de schouderbinnewaarts beïnvloeden

    Antwoord
  4. Laura Ginsel

    Het beheersen van beide schouders van het paard is voor de meeste ruiters en amazones op een volte al een hele klus, als voorbereiding voor goede schouderbinnenwaarts zou de volte eerst eens goed gereden moeten worden, zonder wegvallen op buiten- of binnenschouder…dus met buiging om het binnenbeen….als je dan de schouders mooi in de rails (visueel) kunt houden kan je spelen met de achterhand, naar buiten en naar binnen (travers) zetten zonder dat de voorhand uit de “rails” loopt. Als je die controle hebt is een schouderbinnenwaarts ook niet moeilijk meer…..tussen twee teugels de schouders naar binnen plaatsen en met je buitenbeen de achterhand begrenzen…..

    Antwoord
  5. Jolanda

    Bedankt voor de duidelijke uitleg. Mijn paard reageert goed op deze hulpen.

    Antwoord
  6. Dennis Rabbers

    Hallo Hester
    sinds vorige week zaterdag
    ben ik met de tips bezig voor het ruitergevoel
    en dat werkt uitstekend!!
    en het werkt nog echt ook!!
    want vorige week reed ik op Banzai!
    en ging een grote volte rijden nou die kon ik door de nieuwe teugelhulpen door de buiten teugel op de schouder neer te leggen en de binnen teugel wat van de hals al te houden!!
    en mijn binnen been te gebruiken en ik kreeg de volte op het midden echt heel groot!!
    en het ging nog makkelijk ook! deze tip werkt echt geweldig!!
    voor dit soort oefeningen heb ik echt RESPECT!!
    en de instructrice Lisette Schimmel leek er geinteresseerd!
    en ik merk dat het echt werkt!!

    Gr Dennis

    Antwoord
  7. Dominique

    Wow! Dit is echt super handig en onwijs duidelijk uitgelegd! Heel blij mee! Vanavond gelijk oefenen voor mijn wedstrijd van aanstaande vrijdag.

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ruitergevoeltips

Meer Ruitergevoel op de socials

Ruitergevoel

Heb je vragen? Bel of mail Corjan, 
hij helpt je graag verder!
M:+31 (0)6 - 50 9999 82
E: hester@ruitergevoel.com

Adres van ons trainingscentrum:

Polder 35
6691 MG Gendt
(tussen Arnhem en Nijmegen)

KvK nummer: 70203695