Aanleuning en nageeflijkheid, hoe krijg je dat voor elkaar?

door | Tips | 8 reacties

Wat is aanleuning en nageeflijkheid dan wel?

Nageeflijkheid is de losgelatenheid in nek- en kaakgewricht als gevolg van een verder onder tredend achterbeen.

Aanleuning is de licht verende druk in je hand die je voelt nadat je contact hebt genomen, als gevolg van een voorwaartse inwerking van de ruiter en dus een verder onder tredend achterbeen, goed ruggebruik en losgelatenheid in nek- en kaakgewricht.

Aanleuning

Aanleuning is als voorrang. Je moet het krijgen. Het is het antwoord van je paard op jouw goede rijden. De hulpen die je geeft, de vragen die je stelt. Aanleuning is de positieve feedback die je krijgt van je paard.

Aanleuning is dynamisch, niet statisch. Het beweegt, is soepel, verend, meegevend. Als je paard in aanleuning loopt heeft het meer met duwen dan met trekken te maken. Het voelt alsof je je handen uit je mouwen steekt. Je paard gaat swingen onder je, laat je echt zitten, ontwikkelt draagkracht.

Nageeflijkheid

Nageeflijkheid ontstaat wanneer je paard een verder onder tredend achterbeen heeft. Dit kan dus alleen ontstaan wanneer je paard taktmatig in orde is, ontspannen is en ‚aan de hulpen’ staat. Daarbij moet je een onafhankelijke zit hebben.

Nafeeflijkheid kun je vragen aan je paard als hij aan deze vier voorwaarden voldoet. Eerder niet.

Dus:

  1. Je paard moet taktmatig in orde zijn. Hij moet een zuivere vertakt hebben in de stap, een zuivere tweetakt in de draf, en een zuivere drietakt in de galop. Wanneer je paard in 1 van deze gangen niet zuiver is, of niet helemaal taktmatig in orde, dan moet je onder professionele begeleiding (trainer, dierenarts, hoefsmid, andere professionals) eerst de taktzuiverheid van de gangen goed krijgen.
  2. Je paard moet ontspannen zijn. Hij moet je hulpen toelaten. Hij moet ervoor open staan om met de training te beginnen. Is je paard gestrest of erg ril, dan zal je eerst andere oefeningen met hem moeten doen, om hem te leren ontspannen. Grondwerk of longeren kan hierbij goed helpen. Je paard moet zijn achterbeen verder onder de massa zetten wanneer je dat aan hem vraagt, direct. Ook hier geldt: schakel een professional in om je hierbij te helpen, de opleiding van je paard moet je zeer serieus nemen.
  3. Je paard moet ‚aan de hulpen’ staan. Je paard kan pas nageeflijk worden en in aanleuning lopen als hij correct reageert op bijvoorbeeld je beenhulpen. Is je paard wat traag voor je been, of moet je continu drijven om hem in galop te houden, dan zal je paard ook nooit correct in aanleuning kunnen lopen. Komt je paard terug op een kleine hulp vanuit je zit in combinatie met het kort sluiten (1 sec.) van beide handen in het ritme dat je paard loopt? Zo niet: werk eerst aan de reactie op je hulpen met een goede trainer die verstand heeft van het leerprincipe van het paard. (hier schreef ik eerder dit artikel over: hoe leert een paard)
  4. Je moet zelf over een correcte houding en onafhankelijke zit beschikken. Je zit mee in alle drie de gangen, bij draf in het doorzitten en het lichtrijden, je kan in draf en galop de verlichte zit eenvoudig volhouden zonder terug te klappen in het zadel en je hand aan de teugel te houden of op de hals van je paard te leggen. Je kan je hulpen perfect timen, weet met welke intensiteit je een hulp geeft, hoe lang je een hulp moet aanhouden en op welke plek je een hulp moet geven.

Gefeliciteerd, je paard loopt aan de teugel!

Heb je stap 1, 2, 3 en 4 keurig in orde? Gefeliciteerd, dan hoef je waarschijnlijk niets meer te doen om je paard nu ook in aanleuning te laten lopen. Hij doet dit helemaal vanzelf! Dat komt omdat jij de basisvoorwaarden zo keurig voor elkaar hebt, dat hij ‚aanleuning’ als antwoord geeft.

     Toch kunnen er kleine stukjes zijn waarbij je paard net niet voldoende balans, draagkracht en souplesse heeft (bijvoorbeeld in wendingen of in oefeningen die hij nog niet helemaal beheerst). Op dat moment kun je een heel kleine hulp geven om hem een stukje in de goede richting te wijzen.

    Nogmaals, dit kan alleen wanneer je aan alle vier de bovenstaande voorwaarden voldoet.

    Het antwoord is belangrijker dan de vraag

    Met twee handen tegelijkertijd kun je de druk op zijn mond langzaam iets opbouwen. Ik heb het hier over enkele seconden, niet over enkele minuten waarbij je druk op zijn mond zet. Zodra je paard loslaat in nek- en kaakgewricht sta je beide handen toe. Direct. Zodanig dat je paard direct snapt dat dát precies het goede antwoord was op de vraag die je stelde. Het heeft dus heel veel met timing te maken. Wanneer je dit een aantal keer achter elkaar geweldig getimed hebt, zal je merken dat je paard als vanzelf je hand gaat opzoeken en die licht verende verbinding tot stand komt.

    Het codewoord is timing

    Let op: het toestaan van je handen is het luchtig worden in je hand, het soepel blijven in je armen. Wanneer je je teugel echt naar voren zet en dus de verbinding volledig verbreekt, verbreek je als het ware de verbinding om een gesprek met je paard te voeren. Een heel licht basiscontact mag er blijven bestaan. Zo licht dat je ziet dat de teugel niet meer op spanning staat en je voelt dat je paard onder je blijft bewegen en swingen.

    Het op druk brengen van beide handen is jouw vraag om nageeflijkheid, in het moment van toestaan geef je je paard de kans om antwoord te geven.

    Zo wordt nageeflijkheid en aanleuning, het aan de teugel rijden, een heel dynamische verbinding. Waarbij je zend en ontvangt.

    Blijf je alleen maar zender in het ‚gesprek’ met je paard, dan sta je dus niet voor open om zijn antwoord te ontvangen. Geef je paard de mogelijkheid om antwoord te geven op je vraag door even je hulp te onderbreken en luchtig te worden in je hand en kuit, dynamisch.

    Blijf niet voor altijd werken aan de aanleuning

    Blijf dus niet tot in de eeuwigheid werken aan de nageeflijkheid. Als je je paard goed rijdt, en begint bij het begin van de opleiding waarbij je stapje voor stapje verder gaat, zal je heel snel merken dat de aanleuning een vanzelfsprekendheid is. Je hoeft hier (al vrij vroeg in de opleiding van je paard) niet meer voor te werken of hulpen voor te geven. Het ontstaat vanzelf, je krijgt het erbij.

    Rijdt je bijvoorbeeld in de M dressuur, en merk je dat je nog steeds behoorlijk druk bent met het nageeflijk rijden van je paard? Dan is er iets mis met de basisopleiding. Aanleuning en nageeflijkheid horen in de M dressuur een vanzelfsprekendheid te zijn, waar je helemaal niet meer mee aan het werk hoeft te gaan. Je kan hierdoor niet verder doorstromen naar de Z dressuur. Je punten zullen hierbij rond de winstpunt liggen, de ene keer heb je ‚geluk’, de andere keer niet. Ga alsjeblieft met een professionele trainer/coach aan het werkt om de basisopleiding van je paard beter in orde te krijgen.

    Wil je weten waar voor jou de winst te halen is?

    Kortom, aanleuning en nageeflijkheid zijn dynamisch, niet statisch. Je krijgt ze van je paard als antwoord op jouw goede rijden. Je moet aan vier belangrijke voorwaarden voldoen voordat je aanleuning krijgt van je paard. Je kan het nooit afdwingen.

    Heb je moeite met nageeflijkheid en aanleuning en wil je weten waar je aan moet werken om dit beter te krijgen, waar je winst te halen is? Dan nodig ik je van harte uit om eens te komen trainen op het Ruitergevoel trainingscentrum!

    Deel de inspiratie via social media en mijn blog via onderstaande links!

    ©Hester Bransen, Ruitergevoel 2024

    Dit artikel mag je gebruiken voor tijdschriften en websites...

    ....en het kost niets! Het enige dat ik je vraag is om de volgende tekst toe te voegen aan het artikel (met een werkende link naar mijn website): "Door Hester Bransen van Ruitergevoel. Meer ruitergevoeltips zijn te vinden in het E-book ‘De vier elementen van een correcte houding en zit', dat je gratis kan aanvragen op www.ruitergevoel.com "

    8 Reacties

    1. Chloë

      Super duidelijk uitgelegd! Ga zo door met het schrijven van artikelen en tips!!

      Antwoord
      • Sarah

        Daar ben ik het helemaal mee eens!

        Antwoord
    2. Marijke Teipe

      Bedankt Hester, je vat wat ik leer tijdens mijn dressuurlessen zo goed samen en je wijst nog eens extra op de denkfouten, die ik maak over wat nageeflijkheid is. Ik lees je stukken altijd me veel belangstelling en lees ook telkens weer mijn eigen leerpunten er in. Bedankt!

      Antwoord
    3. Marianne

      Duidelijke uitleg en heel fijn om te lezen. Dit is precies waar ik op dit moment met mijn ‘groene’ paard en instructrice mee bezig ben en de momenten waarop het lukt zijn fantastisch

      Antwoord
    4. Luna

      Echt super tips. Het heeft mij en m’n paard al weer stapje voor uit gezet.

      Antwoord
    5. Klaver

      Hoi, ik denk day ik helemaal aan de verkeerde kant zat met mn pony. Het is nu zo denk ik dat het meer uit dwang komt, ik denk dat ze niet meer snapt wat ik er mee bedoel en meer het gewoon eng vind en denkt dat het niet fijn is en spanning. En ik heb laatst keurig alle stapjes gevolgd en ze wil het echt niet. Ik ga wel op les maar misschien kan ik alvast een kleine feedback krijgen?

      Antwoord
    6. Lieve

      Heel goed uitgelegd.
      Ik gebruik dit. Mijn coach is vol lof daarover.
      Sportieve groeten lieve

      Antwoord

    Een reactie versturen

    Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

    Ruitergevoeltips

    Meer Ruitergevoel op de socials

    Ruitergevoel

    Heb je vragen? Bel of mail Corjan, 
    hij helpt je graag verder!
    M:+31 (0)6 - 50 9999 82
    E: hester@ruitergevoel.com

    Adres van ons trainingscentrum:

    Polder 35
    6691 MG Gendt
    (tussen Arnhem en Nijmegen)

    KvK nummer: 70203695