Een cursist mailde mij laatst met de volgende vraag: “Hester, ik vind echt dat mijn paard goed aan mijn been is, maar zodra ik een wending of volte instuur komt hij heel erg terug. Hij gaat dan een stuk langzamer dan op de lange zijde.” Dit is een bekend verschijnsel. Veel paarden lopen op de lange zijde sneller dan in de hoeken, wendingen en voltes. Aan ons als ruiters de schone taak om het ritme vast te houden en ons paard te leren om ook in een wending zijn achterbeen te blijven gebruiken. Zodat hij genoeg kan aanvullen en zodat takt, regelmaat en tempo hetzelfde blijven.
Mijn eerste tip is dat je vooral zelf kritisch moet voelen, of dit terugvallen bij jouw paard ook gebeurt. Want het gaat vaak ongemerkt. Ieder paard kan doorlopen en aan het been zijn, mits het paard medisch in orde is. Bij een gezond paard is het niet nodig dat hij in tempo terugkomt op de volte of in de hoeken.
Reactie als je been geeft
Test het maar eens uit op de volte. Zodra je merkt dat je paard op de volte terugkomt in tempo, moet je met beide kuiten tegelijk aandrijven. Er zijn dan drie mogelijke reacties.
Optie 1 – Je paard gaat harder, dat is heel mooi, gefeliciteerd want hij is aan je been.
Optie 2 – Je paard gaat niet harder, maar ‘incasseert’ je hulp en heeft deze zelfs nodig om in draf te blijven. Wanneer je paard je been niet gebruikt om harder te gaan of meer impuls te krijgen, maar de beenhulp gebruikt om in hetzelfde tempo te blijven, dan schuilt daarin het gevaar dat hij steeds minder gaat reageren. Als hij been krijgt, móet hij harder gaan of meer impuls krijgen. Dat is het enige juiste antwoord.
Optie 3 – Je paard gaat op je drijvende hulp één pas harder en daarna kakt hij weer in. Dat hoor ik ook vaak en, heel eerlijk gezegd, is dat eigenlijk hetzelfde als optie 2…
Oefenen met paard aan het been maken
Ik gok dat je paard waarschijnlijk toch nog niet zo goed aan de hulpen is als je misschien dacht? Het kan in elk geval (bijna) altijd beter. Om te oefenen ga je op de volte rijden. Probeer met een afhangend been te rijden en zodra je paard terugkomt, drijf je bij met twee kuiten. Daarop moet hij harder gaan. Begin met een zachte hulp, als hij niet reageert geef je een forsere hulp, en als dat ook niet helpt dan volgt een heel duidelijke hulp, waar hij niet omheen kan. Laat hem een paar passen versnellen en vang daarna weer rustig op. Herhaal nu deze oefening en gebruik altijd deze 1-2-3 regel: eerst een zachte hulp, dan iets meer, dan overduidelijk.
De kracht van herhaling
Begin nooit met je allergrootste hulp, zelfs als je zeker weet dat hij nog niet op je kleinste hulp gaat reageren. Je paard moet door herhaling gaan ontdekken wat er komt. Hij moet leren dat hij op de zachtste hulp even goed moet reageren als op de heftigste hulp. Probeer je paard niet in één keer weg te laten schieten, maar bouw het op. Gooi je teugels niet los, maar houd een zacht contact. Je paard hoeft niet langer in zijn lijf te worden, alleen zijn passen moeten langer worden. Hij moet leren om – in contact – aan te trekken vanuit zijn achterbeen.
Fijne training!
Liefs Hester
Extra tip van Hester
De online training ‘Paardrijden met ruitergevoel’ leert je hoe je weer kan genieten van het rijden van je paard op een eerlijke manier. Met de kleinste hulpen leren jullie elkaar begrijpen. Nieuwsgierig?
Goed verhaal weer Hester. Ik oefen “het aan het been zijn”, altijd bij het instappen op de volte. Enkele passen voorwaarts, opvangen, weer iets voorwaarts, 2 sec. halt houden en weer wegstappen, schijn overgangetjes doen, enkel passen of meerdere, achterwaarts en zonder twijfel meteen weer voorwaarts, alles nog steeds in stap. De stap is een “vergeten” gang, maar je kan er vrijwel alle (laterale) oefeningen doen als opwarming van je paard én jezelf. Let wel, “been” is zonder twijfel weg gaan! Bij het weg draven, mag het paard geen hikje vanuit de voorkant hebben. De achterhand is dan nog niet “wakker”. Dus nog wat “korte” overgangen rijden. Met kracht naar voren leerde ik vroeger altijd, dáár zit de motor.
NB, wat je aan de voorkant tegenhoud, moet je aan de achterkant weer aanvullen. Het neusje moet eruit, de hals mag niet te hoog. Het is training, geen wedstrijd.
Mijn vraag voor Hester:
Ik heb een erg wakker paard, wat super snel a.h. been is, ik oefen dit elke dag, altijd! Een licht drukje is voldoen voor een duidelijke reactie. Als het gewenste tempo bereikt is, is mijn beendruk ook weg, het been blijft wel aanwezig, maar is nooit weg. Geen luister of voorwaarts probleem dus.
Echter, het heeft ook een andere kant, want mijn paard wil niet duidelijk stil staan als ik dat wens. Zij wiebelt dan constant iets naar welke kant dan ook. Mijn vraag is, hoe los ik dát op.
Fijn dat ik ook nog eens wat te vragen heb. Wat ik zelf doe (laat) bij het stilstaan is alle spieren in mijn hele lijf loslaten, ook in de voeten en ik adem laag en hoorbaar uit door de mond (in ademen via de neus). Ik laat de benen zacht “aanliggen” weghalen helpt niet, integendeel. Handen, armen en schouders zijn ontspannen en stil, maar niet weg. Het paard is een Andalusische merrie, van het super alerte soort. Zeer sensibel, maar dat ben ik ook. Ze krijgt 2x per dag een bodempje brokken, voldoende hooi en in de zomer gras, maar niets teveel. Het is een sober ras! Ik heb in mijn leven vrijwel altijd sensibele merries gereden, ze kwamen altijd op mijn pad. Flegmatieke paarden heb ik niks mee.
Voorbeeld instructeurs zijn Arthur Kottas Heldenberg Spaanserijschool in Wenen en Pedro Torres, voorheen van de Portugese Rijschool in Lissabon.
Ik ben oprecht benieuwd of je mij hiermee kan helpen. Alvast dank hiervoor.
Groetjes Ton.